Geert van Woustraat 27-37
Beschrijving
Algemeen:
Een symmetrisch opgezet complex met eengezinswoningen, waarvan de hoekpanden zijn geaccentueerd met risalerende topgevels, gebouwd in 1931-1932 naar ontwerp van architect Ph. Knoers. Hoewel niet opgenomen in deze beschrijving, behoren tot dit complex eveneens de panden nr. 25 en 39.
De panden omvatten drie niveaus, namelijk een begane grond, een eerste en een zolder- of kapverdieping. Het bouwblok is voorzien van een mansardedak, gedekt met rode Tuiles du Nordpannen. De haaks hierop geplaatste risalerende topgevels sluiten met een aangekapt zadeldak op de mansardekap aan. De geknikte topgevel bezit aan één zijde een laag doorstekend dakschild. De panden zijn uitgevoerd in een sobere, expressionistische stijl.
Voorgevel:
Het muurwerk in schoon metselwerk is uitgevoerd in kruisverband met een lichte, gelige baksteen en heeft een verdiepte voeg. Het in kruisverband gemetselde trasraam is van iets donkerder steen en eindigt aan de bovenzijde met een ten opzichte van het muurvlak uitgemetselde laag. Het complex is spiegelsymmetrisch van opzet, waarbij de hoeken zijn geaccentueerd met risalerende topgevels. In het geveldeel tussen deze twee topgevels doet zich een herhaling voor van twee min of meer symmetrische eenheden, die elk uit twee (begane grond) respectievelijk drie (eerste verdieping) vensterassen bestaan. De middenas is benadrukt met een licht uitspringende risaliet die tot onder de vensters op de eerste verdieping is doorgemetseld en een breedte heeft van twee vensterassen. Op de begane grond bevinden zich twee deuren (nr. 31 en 33) met bovenlicht, met daartussen twee toiletraampjes. Het donkere trasraam is hier hoger doorgemetseld, tot aan de onderzijde van de twee raampjes. Voor zowel de deur als het bovenlicht en het toiletraampje geldt dat deze bij nr. 31 nog origineel zijn en het veelkleurige glas-in-lood nog bezitten. Net boven de bovendorpel springt de uitgemetselde risaliet iets in; dit punt is geaccentueerd met twee donkere strekken. De risaliet wordt aan de bovenzijde afgesloten door een lijst, die tevens als bloembak fungeert. Op de eerste verdieping bevinden zich twee liggende draairamen, met nog de oorspronkelijke (horizontale) roedenindeling.
| 1 |
Het merendeel van de deuren is nog oorspronkelijk (nr. 27 / 29 / 31 / 37) en voorzien van een met glas-in-lood gevuld vierkant raampje. Het bovenlicht bezit een indeling in drieën en was oorspronkelijk eveneens gevuld met een geome-trisch patroon van glas-in-lood. De vensters op de begane grond zijn opvallend eenvoudig van opzet en opgebouwd uit een breed, ongedeeld glaspaneel met een smaller zijstuk met klappend bovenlicht. De gevelopeningen op de begane grond zijn aan de bovenzijde voorzien van een rollaag. Bijzonder zijn de samengestelde vensters op de verdieping. Het lage onderraam is ten opzichte van het iets bredere bovenraam verdiept gelegd. Het kalf van het boven- en van het onderraam vallen samen en zijn verworden tot vensterbank. De vensters zijn geplaatst op keramische onderdorpels. Het onderraam is (van oorsprong) draaiend. De (vaste) bovenramen van nr. 29 en 31 zijn nog oorspronkelijk. Bij nr. 33 en 35 is het bovenraam vernieuwd, waarbij het nieuwe glas direct in het kozijnhout is geplaatst (het raamhout ontbreekt hier). De gevel eindigt met een uitgemetselde strekkenlaag, waartegen de vensters van de eerste verdieping zijn geplaatst. De brede, overstekende goot die het opgaand muurwerk van het met rode Tuiles du Nord-pannen gedekte mansardedak scheidt, is gedeeltelijk vernieuwd: vanaf nr. 33 tot nr. 35 is het houtwerk vervangen door aluminium. Deze reeks woningen wordt op beide hoeken afgesloten met een risalerende topgevel die spiegelsymmetrisch zijn van opzet. De topgevel is aan één zijde geknikt en voorzien van een tot op de begane grond doorstekend dakschild. Dit met oranje-rode Tuiles du Nord-pannen gedekte dakschild eindigt met een brede bakgoot op een zuiltje, dat op een laag opgemetselde borstwering is geplaatst. Aan de andere zijde wordt de gevel afgesloten met een hoog boven het dak uitgemetselde schoorsteen. Het rookkanaal is op decoratieve wijze in het metselwerk geaccentueerd door middel van een verticale uitsparing in het metselwerk. Ter hoogte van de bakgoot is over de breedte van de gevel een gemetselde speklaag aangebracht. Op de begane grond bevinden zich een deur en een groot venster, gelijk aan de hierboven beschreven gevels. Op de eerste verdieping zijn drie gelijkvormige draairamen. De top wordt gesierd met een zeer smal staand venster.
Linkerzijgevel:
Het pand heeft de linkerzijgevel gemeenschappelijk met het gelijktijdig gebouwde pand nr. 39.
Rechterzijgevel:
Met de rechterzijgevel grenst het pand Geert van Woustraat nr. 27 aan het gelijktijdig en naar ontwerp van dezelfde architect gebouwde pand nr. 25.
Achtergevel:
Is niet in het zicht.
Interieur:
Van het interieur zijn geen gegevens bekend.
| 2 |
Redengevende omschrijving
Het complex aan de Geert van Woustraat, nr. 27-29-31-33-35-37 is een representatief voorbeeld van een in sobere Amsterdamse Schoolstijl gebouwd complex en heeft monumentale waarde vanwege de vormgeving en de authenticiteit van de bouwmassa, vanwege de verzorgde en plastische indeling en detaillering van de gevels. In samenhang met de gebouwde omgeving en als onderdeel van een groter bouwblok is het complex beeldbepalend en heeft derhalve ensemblewaarde. Daarnaast heeft het bouwblok ook waarde als particuliere bebouwing (middenstandswoningen), gesitueerd in de in jaren ‘20 en ‘30 tot stand gekomen uitbreidingswijk De Muntel.
| 3 |
Gemeente 's-Hertogenbosch
monumentnummer: SOM0048
kadastraalnummer: C-1253, 1254, 1255, 1256, 1257, 1258
datum verkenning: 25 november 2003